Marc Verhaegen knipperde voor het eerst met zijn ogen om aan het zonlicht te wennen op 5 april 1957 in Mortsel. Zijn middelbare schooljaren (1968-1974) brengt Marc door op het St. Stansislascollege in Berchem.
Vanaf zijn 10e levensjaar tekent Marc al ontzettend veel, maar zijn eerste stappen op het gebied van strips voor een wat “groter publiek” zette hij in de jaren tachtig toen hij een opleiding volgde aan het "St. Lucas", een school voor grafische sierkunsten te Brussel-Schaarbeek. Tijdens deze studie tekende hij diverse undergroundstrips (Fil Marver, Vicky, Cycloman) en bediende Marc zich van het pseudoniem (Stan) Marver. Op het "St. Lucas" koos Marc voor de specialisatie animatiefilm en na het behalen van zijn diploma ging hij in eerste instantie dan ook aan het werk als animator. Hij werkt mee aan verschillende projecten, waaronder het programma “De Wonderwinkel” van de BRT en een aantal korte animatiefilmpjes voor Sesamstraat.
In 1987 was hij werkzaam bij "Pen Films" te Gent waar hij animatiewerk verrichtte voor de televisieserie "Les mondes englouties" voor het Franse bedrijf "France Animation". De productie voor deze film werd echter verplaatst naar Frankrijk en aangezien Marc toch toe was aan een nieuwe uitdaging, was hij verheugd dat hij van een vriend te horen kreeg dat Standaard Uitgeverij op zoek was naar een tekenaar voor de serie Boes. De testen die hij voor die reeks moest doen werden (uiteraard) goed beoordeeld en zodoende kon hij beginnen als tekenaar bij die reeks. Omdat hij als animator al gewend was aan het werken in diverse uiteenlopende tekenstijlen kon hij zich vrij eenvoudig aanpassen aan de manier van werken die voor Boes was vereist.
Na een drietal albums met lange verhalen staakte de Standaard Uitgeverij echter de publicatie van Boes (noot: daarna zijn er nog wel albums verschenen, maar dan alleen met gags). Een nieuwe opdracht voor Marc liet echter niet lang op zich wachten. Marck Meul (de schrijver van o.a. Robert en Bertrand) benaderde hem namelijk in 1988 met het verzoek om een kort Suske en Wiske verhaal te tekenen. Dit verhaaltje zou uiteindelijk worden opgenomen als een soort proloog bij een heruitgave van “De schat van Beersel” voor de Kredietbank. Deze proloog uitgevoerd, in de “blauwe reeks” stijl, kwam ook Paul Geerts en Willy Vandersteen onder ogen. Zij waardeerden het werk dusdanig dat Paul op een mooie dag naar Marc belde met de vraag of hij er wat voor zou voelen om aan Suske en Wiske mee te gaan werken. Daar hoefde Marc niet lang over na te denken en vanaf 2 januari 1989 begon hij aan deze serie mee te werken.
© Standaard Uitgeverij / WPG Uitgevers België nvOm eerst een beetje te wennen aan Suske en Wiske kreeg Marc de taak om de blauwe tekeningen van Paul om te zetten in gedetailleerd uitgewerkte potloodtekeningen. Het exacte begin van deze medewerking van Marc aan Suske en Wiske is ook bekend. Vanaf strook 179/180 van het album de “Speelgoedspiegel” is hij begonnen met daadwerkelijk te tekenen.
Het eerste, korte, verhaal dat Marc geheel zelf heeft bedacht en getekend, is “Bosspel”. Dit avontuur stond in het Suske en Wiske familiestripboek van 1989. Langzamerhand kreeg Marc ook op de langere verhalen steeds meer invloed. Ideeën van Marc zijn verwerkt in diverse verhalen zoals “De Mysterieuze Mijn” en “Het Wondere Wolfje”. Het eerste verhaal waarvoor Marc het basisidee heeft geleverd is “De Goalgetter”. Hoewel Marc steeds zelfstandiger te werk kon gaan bleef de invloed van Paul Geerts, zeker in deze beginperiode, aanwezig. “De Krakende Carcas” is het eerste echte lange avontuur waar Marc Verhaegen de gehele verantwoordelijkheid voor draagt.
In februari 2005 verlaat hij onverwachts Studio Vandersteen, dit vertrek kwam hard aan, zowel bij de Marc als bij zijn vele fans. Het laatste verhaal dat hij in dienst van studio Vandersteen heeft getekend is de “De Formidabele Fantast” en werd uitgebracht op 11 mei 2005.
Nadat Marc, om begrijpelijke redenen, even de tijd had genomen om deze moeilijke periode in zijn werkzame leven te verwerken, pikte hij de draad toch vrij snel weer op. Hij ontwikkelde een verhaal rondom twee nieuwe stripfiguren: Senne en Sanne.
Senne en Sanne zijn twee moderne tieners die telkens weer geconfronteerd worden met sociale en maatschappelijke problemen uit het verleden en heden.
Het Nederlandse Kidsweek zag het wel zitten in deze twee nieuwe figuurtjes en het allereerste verhaal van dit nieuwe duo “Rebecca R.” werd in 4 aparte bijlagen voorgepubliceerd in deze jeugdkrant. Het album kwam al uit op 7 december 2005 en werd uitgegeven door uitgeverij Mezzanine. Dit eerste album uit de Senne en Sanne reeks gaat, zoals gezegd, over het meisje Rebecca R. dat met haar familie in de oorlog door de Duitsers opgepakt en gedeporteerd wordt. Senne en Sanne gaan samen met Krolik, het pratende konijntje en knuffel van Rebecca, op zoek naar haar.
In navolging op het zware onderwerp Jodenvervolging in Rebecca R. gaat het tweede album van Senne en Sanne genaamd “Cordoba” over zinloos geweld en de ontstaan geschiedenis van de islam. Wederom een moeilijk onderwerp waarmee Marc Verhaegen via de strip vooral de jeugd wil voorlichten.
In november 2007 komt Marc Verhaegen reeds met zijn derde Senne en Sanne album, genaamd “Loverboys”. In “Loverboys” krijgt Sanne een alarmerend bericht van haar schoolvriendin Rosalien. Rosalien zit ondergedoken en heeft een panische angst voor een zekere A., die haar vreselijke dingen wil laten doen. Het verhaal ontpopt zich tot een spannende zoektocht naar Rosalien die tegen haar zin moet werken in relaxclub Magic Hands. Sanne solliciteert als barmeisje bij de club en wordt hiervoor aangenomen, terwijl Senne probeert te infiltreren in het milieu van de Loverboys. Wederom een verhaal met een duidelijke boodschap aan vooral de jongere lezers.
Tussendoor kreeg Marc, zoals hij zelf op zijn blog aangaf: “Een droomopdracht”. Van het Speelgoedmuseum te Mechelen kreeg hij het verzoek om een Senne en Sanne strip te tekenen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het museum. De strip kreeg als titel “Het Speelgoedmysterie” mee en speelt zich voornamelijk af in het Speelgoedmuseum en deels in Mechelen. Senne en Sanne gaan in de strip op zoek naar het verdwenen popje Nicky, welke de mascotte van het museum is.
Alsof Marc het nog niet druk genoeg had, richtte hij daarna samen met Jan Kragt op 28 oktober 2005 de stichting EurEducation op. Op de site van deze stichting is het volgende te lezen: doelstelling van de stichting is onder meer "jongeren in Europa deelgenoot te laten maken van elkaars cultuur en geschiedenis". Het eerste album van deze sympathieke stichting ging over Michiel de Ruyter en was te verkrijgen vanaf 23-3-2007. Dit album zou het startsein blijken te zijn van een hele reeks historische albums waarmee EurEducation hun nobele doelstelling probeert na te streven. Hieronder een overzicht van de albums die door Marc en Jan Kragt de afgelopen jaren zijn gemaakt.
2007: “Het geheim van Michiel de Ruyter”;
2008: “De Vliegende Hollander”;
2008: “De Dolle avonturen van Camille Paulus”;
2008: “V-Bommen op Antwerpen” / “Oorlogswonden”;
2009: “Strijd om New York”;
2011: “Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar”;
2011: “Strijd tegen het Water”;
Met de vele prachtige historische albums die de stichting inmiddels heeft uitgebracht hebben ze aangetoond dat deze combinatie van stripverhalen en geschiedenis een degelijke bestaansrecht heeft. Bij ieder album wordt er tegenwoordig ook een lespakket gemaakt en scholen kunnen de albums zelfs tegen een speciaal tarief bestellen.
De productie en werklust van Marc ligt, zoals we allemaal weten, enorm hoog en hij heeft inmiddels al heel vele prachtige verhalen afgeleverd, die allemaal op deze site terug te vinden zijn. Het laatste album van zijn hand is “Strijd tegen het Water” en we hopen (en gaan er ook wel een beetje van uit) dat er nog velen zullen volgen.
Bronnen:
De Sterrenplukkers: de Dossier Verhaegen 1 en Verhaegen 2
Auteurs:
Hans Versluijs en Wiebren Bremer